11 november 2008
Dhr. D. Verel
Muziekinstrumenten bestaan in principe altijd uit twee hoofdonderdelen: 1ste: de generator, waarmee een trilling wordt opgewekt, hetzij direct van de lucht die hem ook als een golf transporteert, hetzij eerst in een ander medium zoals een snaar of een houten of metalen voorwerp dat de trilling dan weer doorgeeft en 2de: een resonator, bij blaasinstrumenten vaak een met lucht gevulde buis die meestal de toonhoogte bepaalt en de klankkleur, maar ook vaak een klankkast. Soms zijn de twee duidelijk gescheiden, soms vallen ze min of meer samen. Van diverse typen generatoren en resonatoren wordt uiteengezet hoe en waarom ze hun werk doen. Trillingen breiden zich in genoemde media uit in de vorm van lopende golven, maar als het medium duidelijke fysieke begrenzingen heeft komen door terugkaatsing staande golven tot stand. Vooral de laatste spelen een belangrijke rol bij het in principe begrijpen van muziekinstrumenten, maar de werkelijkheid is weerbarstig en daarom wordt ook een aantal echte (historische) instrumenten getoond.