9 september 2003
Dr. A. Aptroot
Korstmossen reageren op de klimaatsverandering die zich de laatste jaren in Nederland voltrokken heeft. Zuidelijke, warmteminnende soorten zijn wel 25% toegenomen, terwijl soorten gebonden aan koele omstandigheden uit noordelijke streken afgenomen zijn. De verschuiving in soortensamenstelling is in 1989 op gang gekomen en gaat momenteel onverminderd door. Deze conclusie kan getrokken worden uit monitoringsonderzoek dat uitgevoerd is in opdracht van de provincies. Al sinds 1979 worden korstmossen die op bomen groeien nauwkeurig gevolgd in het kader van het verzurings- en vermestingsonderzoek. Tussen 1979 en 1989 is er qua temperatuur-voorkeur geen verandering opgetreden, maar daarna des te meer. Bij de grondbewonende korstmossen in heidevelden en stuifzanden lijkt het erop dat de noordelijke soorten verdwijnen zonder dat er zuidelijke soorten voor in de plaats komen. Deze resultaten zijn gepubliceerd in het Britse wetenschappelijke tijdschrift The Lichenologist en vervolgens (als enige Nederlandse onderzoek) verwerkt in een overzichtsartikel in Nature. Het was al wel bekend dat korstmossen gevoelig zijn voor verzuring en vermesting, maar de effecten van klimaatsverandering zijn geheel nieuw. De snelle reactie van korstmossen kan verklaard worden uit het feit dat zij zich met stoffijne deeltjes (sporen en zgn. sorediën) voortplanten; deze kunnen over vele honderden kilometers met de wind meegenomen worden. Uit een verdere analyse kan opgemaakt worden dat alleen de hoger geworden temperatuur de oorzakelijke factor is; de tevens toegenomen hoeveelheid neerslag speelt bij de veranderingen geen rol. De korstmossen tonen aan dat de natuur zich in zijn algemeenheid op moet maken voor ingrijpende gevolgen die klimaatsverandering met zich mee brengt. Voor onze boombewonende korstmossen zal dit wellicht geen dramatische gevolgen hebben omdat veel soorten simpelweg een stukje opschuiven. Andere planten en dieren, met name soorten die zich traag verplaatsen of “opgesloten” zitten in natuurreservaten, zullen het in ons versnipperde landschap met veel barrières nog moeilijk krijgen.