19 maart 2008
Prof. dr. S.B. Kroonenberg
Veel mensen die geconfronteerd worden met de vraag hoe ons klimaat er over tienduizend jaar uit zal zien vinden dat een abstracte kwestie. Ze zeggen: laten we ons eerst maar eens bezig houden met de korte termijn, daar hebben we al problemen genoeg mee. Maar als het gaat om het ondergronds opslaan van kernafval, waarvan we weten dat het tienduizenden jaren radioactief zal blijven, kunnen we een dergelijk termijn wél hanteren. Waarom dan niet voor het klimaat? Waarom zou je willen weten hoe het klimaat er over tienduizend jaar uitziet? De belangrijkste reden is: als je de lange termijn kent, neem je ook betere beslissingen voor de korte termijn. Het is Think globally, act locally, niet alleen in de ruimte, maar ook in de tijd. Wat voor soort beslissingen gaat het dan om? Bijvoorbeeld als je een dijk wilt bouwen tegen de zeespiegelstijging, wil je weten hoe lang die dijk moet meegaan. Zelfs al ga je uit van het meest dramatische IPCC scenario van een zeespiegelstijging van bijna een meter aan het einde van de 21e eeuw, dan nog wil je weten of het in de daaropvolgende eeuw doorgaat, of dat daarna de zeespiegel weer gaat dalen. Dat maakt verschil uit voor de dijk die je bouwt. De klimaatmodelleurs zeggen vaak dat na het jaar 2100 de onzekerheden te groot worden. Maar zij vergeten dat het psychologisch effect van een curve die alleen maar stijgt totaal anders is dat dat van een curve die stijgt en dan weer daalt. Daarom vraag ik van de klimaatmodelleurs hun modellen door te rekenen tot voorbij de trendbreuk. Wie beweert dat de volgende ijstijd voor de deur staat, krijgt vaak een lacherig onthaal, en wordt gerustgesteld met het idee dat dat nog wel tienduizend of vijftigduizend jaar duurt. Maar de vraag is niet wanneer we weer in de volgende ijstijd zitten, maar wanneer we voorbij de volgende trendbreuk zijn. Dat hoeft helemaal niet ver weg te zijn, en daar moeten we op voorbereid zijn. Op het moment dat we wéten dat we afstevenen op koelere klimaten, zoals ook in de 70er jaren gebeurde, gaan de publieke opinie en de politiek totaal overstag. Mijn nadruk op tienduizend jaar is alleen maar bedoeld omdat we dan zeker voorbij de trendbreuk zullen zijn. Iedereen heeft het over de aanstaande peak oil: het moment dat we meer olie opmaken dan we erbij vinden. Waarom praten we dan niet over peak climate? Denken in langere termijnen noopt ook tot bescheidenheid. In de vorige warme tijd, toen Homo sapiens al op de aardbol rondliep, was de zeespiegel zes meter hoger dan nu, zónder speciaal hogere gehalten aan broeikasgas en zónder toedoen van de mens. Wie zegt ons dus dat wij door CO2 in de grond te stoppen een zeespiegelstijging van zes meter kunnen voorkómen? Aan het einde van de laatste ijstijd steeg de zeespiegel twintig keer zo snel als in de 20e eeuw, en schoven de vegetatiezones drie keer zo snel noordwaarts als nu, door natuurlijke oorzaken. Wie de hockeystick curve gebruikt om te suggereren dat het klimaat constant was voor de mens begon extra broeikasgassen in de atmosfeer te brengen, sluit zijn ogen voor het feit dat op grotere tijdschalen wel degelijk grotere veranderingen optraden in de aarde, door natuurlijke oorzaken. Wie bang is voor het verdwijnen van de golfstroom moet bedenken dat dat al vele keren eerder is gebeurd, zonder menselijke invloed. Wie bang is voor het verdrinken van atollen zoals de Malediven moet bedenken dat die atollen hun ontstaan te danken hebben aan zeespiegelstijging.