8 januari 2008
Prof. dr. T. de Witte
Leukemie is een maligne aandoening van de hematopoietische stamcel. De ziekte ontstaat door genetische mutaties in groeiregulatiegenen van de hematopoietische stamcel. De klassieke diagnostiek was gebaseerd op morfologische kenmerken van de leukemiecellen in bloed en beenmerg. Omstreeks 1960 werd de diagnostiek verfijnd door de mogelijkheid om chromosoomafwijkingen aan te tonen. Later kwamen hierbij de moleculaire technieken en de flowcytometrie waarmee middels verfijnde immunocytologische methoden meerdere celmembraaneiwitten gelijktijdig per cel aangetoond kunnen worden. Hierdoor kunnen we nu meer dan twintig verschillende soorten leukemieën onderscheiden. De klassieke behandeling van leukemie was cytostatische behandeling wat slechts bij een kleine minderheid van de patiënten tot genezing leidde, vooral bij kinderen en jonge volwassenen. In de jaren tachtig nam de behandeling met donorstamceltransplantatie een steeds meer prominente rol in de behandeling van leukemie. Voortschrijdend inzicht maakte duidelijk dat allogene stamceltransplantatie eigenlijk een zeer potente vorm van immuuntherapie is: het afweersysteem van de donor gaat een gevecht aan met de leukemische celkloon van de ontvanger (patiënt). Nieuwe inzichten in de onderliggende moleculaire processen van leukemie heeft geleid tot soms spectaculaire verbeteringen in bepaalde vormen van leukemie. Een voorbeeld hiervan is imatinib of Glivec wat een tyrosinekinase-receptorremmer is dat specifiek een gemuteerde tyrosinekinase-receptor remt bij chronische myeloïde leukemie.