11 april 2006
Dr. J. de Jong
In de afgelopen eeuw hebben wereldwijde uitbraken van virusinfecties, zoals influenza en AIDS, het leven gekost van vele tientallen miljoenen mensen. Het ging hierbij steeds om de introductie van dierlijke virussen – respectievelijk vogelinfluenzavirussen en een lentivirus van chimpansees (SIV) – bij de mens. Naast omvangrijke pandemische uitbraken van virusinfecties, zijn ook kleinschaliger uitbraken met soms hoge sterfte het gevolg geweest van virussen die van dier op mens zijn overgesprongen. De meest recente voorbeelden hiervan zijn de introductie van het SARS coronavirus en vogelinfluenzavirussen (H5N1 en H7N7), hetgeen grote verontrusting heeft veroorzaakt vanwege hun potentie om uiteindelijk tot wereldwijde uitbraken uit te groeien. Gedurende de laatste decennia lijkt er sprake te zijn van een aanzienlijke toename van nieuwe of opnieuw opduikende virusinfecties bij mens en dier. Een lange lijst van exotische namen, zoals Ebola, Lassa, Rift-Valley, Crimea-Congo, Hendra, Nipah en West-Nile, vormt een sprekende illustratie van de geografische spreiding van dit soort uitbraken bij de mens. Recente massale ziekte-uitbraken met hoge sterfte onder zeezoogdieren, veroorzaakt door reeds bekende of nieuw gevonden morbilivirussen, alsmede uitbraken van varkenspest, mond- en klauwzeer en vogelpest bij landbouwhuisdieren zijn voorbeelden uit de dierenwereld. Verbeterde surveillance- en diagnostische mogelijkheden, maar ook de uitgebreide media-attentie hebben ongetwijfeld bijgedragen aan onze perceptie van een toename van virusinfecties van mens en dier. Echter, daarnaast lijkt er wel degelijk een reële toename te zijn, die ook het gevolg is van een aantal complexe veranderingen in onze maatschappij, zoals sociale structuren, medische en agrarische technologieën en ecosystemen, die gezamenlijke nieuwe niches creëren voor het overspringen van virussen tussen dieren en mensen. Bij het bestrijden van deze wereldwijd toenemende dreiging moeten wij optimaal gebruik maken van de ongeëvenaarde vooruitgang in verschillende onderzoeksvelden, zoals de moleculaire biologie, de epidemiologie, “genomics” en brio-informatica. Serieuze investeringen in deze velden zullen niet alleen kostenbesparend werken, maar tevens leiden tot het voorkomen van veel leed en sterfte bij mensen en dieren.