12 november 2019
Dr. ir. Hans Bouwmeester (WUR)
Op dit moment is er veel aandacht voor de effecten van nanoplastics en microplastics op de gezondheid van de mens. Enkele decennia terug speelde iets vergelijkbaars bij door de mens gemaakte (engineered) nanodeeltjes. Doordat de nanotechnologie een enorme ontwikkeling doorgemaakte werd het mogelijk tal van nieuwe te maken materialen met deze ‘engineered’ nanodeeltjes. Terwijl veel toepassingen ontwikkeld werden, bijvoorbeeld voor verpakkingsmaterialen van voedsel, was er nog erg weinig bekend over de mogelijke gezondheidsrisico’s van deze deeltjes voor de mens. Ons voedsel is veilig. Dat is zo omdat (chemische) stoffen voordat ze gebruikt mogen worden in voeding getest worden op hun veiligheid voor de consument. Vanaf de jaren zestig van de vorige eeuw is een breed scala aan testen ontwikkeld om de mogelijke gevaren van stoffen in kaart te brengen. Zijn deze testen ook geschikt om de veiligheid van engineered nanodeeltjes aan te tonen? Stoffen die bewust in voeding toegepast worden zijn dus uitgebreid getest. Hoe staat het met de veiligheid van stoffen die onbewust, bijvoorbeeld via het milieu, in onze voeding terecht komen? Een actueel voorbeeld zijn nano- en microplastics die nu volop in onze voeding aangetroffen worden. Ik zal in mijn lezing ingaan op deze vragen rond nanodeeltjes en nano- en microplastics. Ik laat zien welke onderzoeksmethoden nu in ontwikkeling zijn in het toxicologisch onderzoek, bijvoorbeeld het gebruik van humane stamcellen, en mini-organen in combinatie met computer modellen. Kortom, innovatieve benaderingen om de veiligheid van stoffen te onderzoeken.